Bert Blogt “Het leven zoals het waarschijnlijk nooit meer wordt...”

jul ’09
15

Vandaag exact drie jaar geleden stierf mijn vader…


door Bert De Keuster
gepost in
9 reacties
6687 keren gelezen

Het is vandaag precies drie jaar geleden. Vijftien juli was toen een zomerzonnige zaterdagochtend. Om kwart over acht ‘s morgens was de aardse rit afgelopen voor Emiel De Keuster.

Ik ben de jongste van vijf kinderen. Toen ik geboren werd was m’n vader al 42 jaar. Ik heb altijd al vermoed dat ik een ‘accidentje’ was ( coitus interruptus misluktus ;-) maar m’n pa beweerde steeds bij hoog en laag dat ik een gewild kind was. Hoe dan ook, zelfs al was ik dan niet gepland, ik heb me nooit ongewenst gevoeld, integendeel. Ik had hele lieve ouders die me altijd omringd hebben met  liefde en geborgenheid. M’n prilste herinneringen gaan zelfs terug tot ik een jaar of twee was. Ik sliep toen in een kinderbedje naast het ouderlijke bed. ‘s Ochtends vroeg lag ik al vroeg wakker te frazelen en dan duurde het nooit lang alvorens ik door de sterke armen van vader het grote bed werd ingetild. Met enige kinderlijke weemoed herinner ik me nog het spelletje ‘Meneerke mag ik naar boven komen ?’ waarbij er aan het oor werd getrokken als deurbel, het rechteroog geopend werd als ‘deurke open’, het linkeroog als ‘deurke dicht’, de neus als trapje naar beneden en de clou was dan de vraag ‘zal ‘t hondje niet bijten ?’ waarbij mijn kleine kindervinger tussen vaders lippen verdween met de grote onbekende vraag : word ik door het hondje gebeten of niet ? Bijna vijftig jaar later lijkt het banaal als ik het hier vertel maar de keren dat ik ‘s ochtends lag te kraaien van plezier in het ouderlijke bed zijn ontelbaar en staan voor eeuwig gegrift op m’n harde hoofdschijf…

Ik heb een zorgeloze jeugd gehad… Als kakelnestje werd ik extra verwend, niet in met minst door mijn zus die veel te vroeg gestorven is… Tijdens mijn puberteit was ik de primus inter pares wat het kattekwaad betreft en dan kon mijn pa best wel streng zijn. En ja, ik heb in mijn jeugd ook flink wat kletsen gekregen maar meestal had ik die dan ook wel verdiend. Toen ik zestien werd waren de broers en de zus getrouwd en het huis uit en had ik het rijk voor mij alleen. Ik ben thuis blijven wonen tot ik vijfentwintig werd. De band met mijn pa en ma werd nog hechter. Het rare was dat ik ze allebei met hun voornaam ben beginnen noemen. Ik heb eigenlijk geen idee wanneer ik daar mee begonnen ben.

Toen m’n vader op pensioen ging ( na een carrière als schooldirecteur ) begon hij nog veel milder te worden. Hij kon genieten van de bezoekjes van de kinderen en de kleinkinderen. Als we hem meenamen op restaurant was hij de koning te rijk en was hij geweldig in z’n sas.

Toen ik hem een jaar of vijf geleden vertelde dat ik ging trouwen, was hij reuze-enthousiast ook al omdat hij een geweldige boon had voor m’n vrouw. Spijtig genoeg heeft hij ons trouwfeest niet meer mogen meemaken, toen lag hij al gekluisterd aan z’n ziekbed.

Het begon fout te lopen in het voorjaar van 2006. Hij kreeg plots een gezwollen buik die er echt niet normaal uitzag. Ik reed met hem op doktersadvies naar Somedi ( plaatselijke polikliniek in Heist-op-den-Berg ) voor een echografie. Terwijl de dokteres zijn spervuur aan complimenten onderging zag ik op de monitor ( die hij niet kon zien ) duidelijk grote gezwellen in zijn buikholte. De arts maakte foto’s en aantekeningen en liet ogenschijnlijk niets merken maar ik wist wel beter.

Het verdict kwam even later keihard aan : prostaatkanker die uitgezaaid was naar diverse andere organen. Er is toen nog een ziekenhuisopname geweest maar die heeft meer ellende opgeleverd dan beterschap ( tip voor terminale patiënten : blijf weg uit het hospitaal ). Ik weet nog hoe gelukkig hij was als ik hem ging ophalen in Bonheiden. Toen we van het hospitaal naar de parking wandelden, was er ( net na een plensbui ) een geweldig concert van de vogels die daar in het struikgewas en de bomen zaten. ‘Bertje’ zei hij, ‘de ochtend toen jij geboren werd floten de merels ook hun mooiste lied…’

Hij wist dat de zandloper van het leven aan het laatste rondje bezig was. Hij deed er ook niet moeilijk over. Hij had gedurende 88 jaar een pracht van een leven gehad… Hij wou het liefst thuis sterven. We lieten een ziekenhuisbed komen dat in het midden van de huiskamer werd geplaatst. Twee weken voor z’n dood ging mijn huwelijk door. In de namiddag van die eerste juli 2006 ging ik na het burgerlijk en kerkelijk huwelijk samen met m’n vrouw ( na de obligate fotosessie ) naar hem toe in trouwkostuum. Hij glunderde en zei : ‘Maak elkaar gelukkig, een leven lang…’ Ik kon nog net m’n tranen verbijten…

De laatste week ging het van kwaad naar erger. Zo erg zelfs dat we besloten om ‘s nachts bij hem te waken. Dan lag ik daar in een ligzetel naast z’n bed om bij het minste geluid ongerust wakker te worden om te vragen of hij iets nodig had. De avond voor z’n dood waren we nog allemaal thuis bij hem. Dat was een gewoonte geworden en er werd zelfs gelachen want vanop z’n ziekbed riep hij ‘Hey ? Valt er hier nog iets te drinken ?’ De laatste weken dronk hij champagne of cava, want dat smaakte hem.

Op de ochtend van z’n dood kreeg ik rond een uur of zeven telefoon van mijn oudere broer die ‘s nacht bij hem blijven waken was. ‘Bert, kan je komen want dit kan echt niet verder zo…’ Hij had een heel slechte nacht gehad. Ik sprong in de auto voor een tripje naar het ouderlijke huis. Het zou weer een warme zomerdag worden, zoveel was zeker als je naar die stralend blauwe lucht keek. Toen ik binnenkwam lag hij in z’n karakteristieke houding in het ziekenbed met z’n ene hand rond de spijlen aan de zijkant. Hij ademde rustig en het leek alsof hij sliep. Ik ging aan de tafel zitten waar m’n broer het relaas deed van de afgelopen nacht. Na een minuut of vijf ging ik naar z’n ziekenbed om te kijken hoe het met hem was. Hij ademde niet meer, hij bewoog niet meer, mijn vader was dood…

Eén week later in het parochiekerkje van Heist-Station stond ik ( zes jaar later na de dood van m’n zus ) opnieuw achter de microfoon tijdens de begrafenis :

Beste Emiel, ik moest toch altijd met jou lachen omdat je steeds op je horloge keek, ook al was je al méér dan een kwarteeuw met pensioen…

Als je met me meereed naar de bank, of naar de drankendiscount of naar de leverancier van kippengraan, zat je altijd wel stiekem op je klokje te kijken.

Als ik er dan weer mee moest lachen, dan zei je dat die fixatie voor de tijd een overblijfsel was uit jouw schoolhoofdcarrière in het Heilig-Hartcollege…

Nu je er niet meer bent, weet ik wel beter…

Eigenlijk wou je helemaal niet weten hoe laat het was…

Je wou gewoon weten hoeveel tijd er nog restte om de dingen te doen die jouw leven waardevol maakten.

Je wou ‘s ochtends aan de schoolpoort nog zoveel mensen groeten omdat je wist dat een eenvoudig praatje mensen kan opmonteren…

Je wou de personen rondom jou nog immens veel complimentjes maken,

want je kon er intens van genieten als je hen dan zag glunderen…

Je wou nog zoveel levenswijsheid overbrengen op je kleinkinderen om hen

te beschermen en te behoeden voor de gevaren in het leven…

Je wou nog zoveel werk verzetten in je tuin die je nog altijd – ondanks de gevorderde leeftijd – helemaal zelf onderhield. De sappigste tomaten en de groenste spinazie waren de stille getuigen van zoveel liefde voor de natuur…

Je wou met je oudste zoon Jan het Averegtenbos nog in op zoek naar dat ene kleine verdwaalde bloempje waarvan niemand de naam kende, behalve jij…

Je kon lyrisch worden bij de lentegeluiden van de natuur, je wist waar elke vogel z’n nest had gemaakt… Je had zelfs een halftamme merel in de garage…

Je had nog graag zoveel mensen de avond en de schrik van hun leven bezorgd bij de heksenwandelingen of griezelige vertelavonden bij één of andere vrouwengilde. En je moest er dan ‘s anderendaags toch altijd hartelijk om lachen als bleek dat er dames waren die niet meer alleen naar huis durfden omwille van jouw realistisch gebrachte spookverhalen…

Je wou toch nog zoveel jonge mensen ontvangen in het beruchte bakhuis in de tuin om hen te helpen de liefdesverdrietjes te relativeren of om hen het gevoel te geven dat ze echt wel iets betekenden voor iemand en niet alleen op deze wereld stonden met hun eenzaamheid…

En als ik zie hoeveel jeugd er hier vandaag aanwezig is ben ik er zeker van dat je met vlag en wimpel geslaagd bent met die bakhuistherapie…

Je kon toch zo genieten van die zondagnamiddagen in het ouderlijk huis aan de Biekorfstraat als de kinderen en kleinkinderen binnenwaaiden om bij de taart van Marie-Louise met elkaar te keuvelen, te lachen en te plagen… Ik zag je dan altijd goedkeurend mompelen en denken : deze bende heb ik toch maar fijn op de wereld gezet…

Je wou toch nog zo graag die familiekerstavonden meemaken die sinds mensenheugnis doorgingen op 24 december. Je was dé pater familias als je rechtstond, even tegen je glas tikte en dan een speech afstak over de gebeurtenissen van het voorbije jaar, de nieuwe liefjes van de kleinkinderen en het fijne gevoel om weer allemaal samen te zijn. Als kers op de taart declameerde je dan ook nog het gedichtje ” ‘t Is goed in ‘t eigen hart te kijken ” van Alice Nahon dat we trouwens als ultieme hommage op je doodsbeeldje hebben laten drukken…

 

Beste Emiel, achtentachtig fijne jaren werden jou gegund…

Je hebt ze ten volle geleefd…

Laat nu maar…

Vanaf nu heb je geen horloge meer nodig…

Je hebt al de tijd van het hele universum…

Hopelijk geniet je d’er van…

Vaarwel…

Vader en zoon in Planckendael, enkele maanden voor z’n dood… ‘Drie ezels op een rij…’ ik hoor het hem nog zeggen ;-)

 


Tags:, , , , , ,

Reacties

  1. Bolle 15 juli 2009 om 21:40

    awel Bert das de schoonste tekst dat ik in jaren gelezen heb. Perfecte omschrijving van Milleke s.x

  2. Anin 16 juli 2009 om 23:25

    Mooi, dat je zo liefdevol en met respect over je pa kan schrijven…je schrijft met eem warm hart…

  3. Dave 22 juli 2009 om 11:41

    Bert,
    Ik herinner me deze voordracht toen van je en deze staat in mijn geheugen gegrift samen met het kerstboomverhaal op een andere treurige aangelegenheid…
    Je aanleg voor poezie weet me telkens opnieuw te raken, niet in het minst als het om emotionele kwesties gaat zoals een afscheid van iemand die je nauw aan het hart ligt.
    Met deze persoonlijke tekst te bloggen toon je je eerbetoon aan je vader die met recht en reden trots mag zijn op al zijn nageslacht…
    Prachtige tekst die me diep raakte.

  4. Ivo 22 juli 2009 om 19:50

    Zeer mooie tekst Bert, maar dat verdient die mooie mens die je vader was. Hij zal altijd een plaatsje in mijn hart behouden, want zo heb je der geen twee !

  5. Davy 2 augustus 2009 om 03:18

    amaai Bert nu doet ge me toch even slikken ….

  6. Herman 26 augustus 2009 om 09:28

    hoi Bert,
    wel wat laat maar toch…proficiat met je huwelijk en….neem de mooie herinneringen aan je ouders mee op je weg van het leven
    groetjes

  7. Paolo 30 september 2009 om 02:28

    Bert
    Ik heb jouw tekst, als ode op je pa, gelezen. Dat heeft me geraakt. Vanaf de eerste letter tot de laatste punt. Het gebeurt niet zoveel ‘n lange tekst te willen lezen op internet als het geen noodzaak is. Dus de jouwe betekent veel…

  8. Marc 14 oktober 2009 om 14:12

    Ik heb miel mijn hele schoolgaande jeugd gekend als directeur.
    een zeer rechtvaardig, beminnelijke man, die uitstekend met de jeugd kon omgaan. je kon altijd bij hem terecht met je grote en kleine problemen.

    Alleen maar goede herinneringen aan deze (h)eerlijke man.

  9. Kben men naam vergeten ;o 11 december 2010 om 22:37

    Heele mooyye tekst egt wààr!

Voeg uw reactie toe

You must be logged in to post a comment.